Don Fabulist zocht tijdens zijn bestaan naar de parel van het Schone. Hij zou haar nooit vinden en hij ontdekte dat wat van ver schitterde in handen de glans verloor. Don Fabulist nam daardoor het besluit geen wens nog te vervullen. Waarlijk leven scheen hem dromen en dromen leven. In de werelden die hij zich voorspiegelde fonkelde immers een geluk dat naar hém lachte. Zijn vreugden had hij wel willen verklanken, maar daarbij trof hem een ongeluk: Don Fabulist kon geen instrument bespelen en zijn stem rommelde als de donder. Hij groef in zijn geest naar een oplossing en ze werd daar ook gevonden: het was de taal. Don deed de taal klinkende klanken aaneenrijgen en hij liet wervelende ritmen in lettergrepen op en neer springen. Alzo doordrong muziek de stille droomkastelen waarin Don zijn gedichten schreef. Doch, de oude kwaal bleef hem echter achtervolgen, want als hij uit de roes ontwaakte en het geschrevene opnieuw beluisterde, vond hij dat de woorden het hemels kleed afgelegd hadden. Don Fabulist kende geen spijt en daarom draaide hij log een volgeschreven blad in zijn dagboek om. Daar lag voor hem dan weer het uitgestrekte wit, waarin hij verdween om te reizen in het rijk van verse wensen. De dagen van Don hadden in blaadjes gebloeid en het scheelde niet veel of voor het nageslacht waren ze weggewaaid.
De hemel zij geprezen dat Raf Walschaerts het frommelboek van Don in een rommelbak vond. Raf had slechts één oogopslag nodig om melodie en ritme in de verzen te bespeuren. Hij tooide de schrijfsels pardoes in liederen en muziek. Toch één wens van Don kristalliseerde zo in waarheid uit.
Rik Tans was er van de kwinkslag bij om de herscheppingen van Raf in een immer draaiend schijfje leven te geven.
Thans, o waarde toehoorder, kunt gij u dan ook laten tollen in fabuleuze oorden waarin de ketens van de tijd afgeworpen zijn.
Werkten mee: Don Fabulist (teksten); Raf Walschaerts (muziek); Rik Tans (produktie en opname); Barbara De Volder (foto’s); Emiel Daenen (schilderij); Nani Rammant (lay-out); Wim Vandenbussche (website); met dank aan Caroline en La Chaplette.